Hoe bewaren?

Als de steel van de vrucht rimpelig wordt en groeven of droge barstjes vertoont, dan is de pompoen rijp. Je snijdt de stengel ergens dicht bij de steel door. Dat is veiliger dan de steel zelf door te snijden of de steel van het gewas te trekken want een pompoen met een uitgescheurde steel, zul je niet lang kunnen bewaren.

Zomerpompoenen blijven net zo min als courgettes lang goed en moeten snel worden verwerkt. Winterpompoenen zijn lang houdbaar. Zij hebben een dikke schil en kunnen soms zes tot negen maanden worden bewaard, afhankelijk van het ras. Je kunt ze het best ophangen in een net of bewaren op snippers krantenpapier op een luchtige vorstvrije plaats. De ruimte moet droog zijn maar niet kurkdroog want dan drogen pompoenen uit. Als de ruimte te vochtig is, smeer je de pompoenen in met olie. Een temperatuur van 8 à 12° Celsius is ideaal (zolder of garage).

Alleen rijpe, onbeschadigde pompoenen zijn goed te bewaren. Plekken op de schil zijn een slecht voorteken. Het is namelijk de keiharde schil die het vruchtvlees en het zaad zal behoeden voor bederf en al te grote uitdroging. Laat de pompoenen eerst goed drogen, hierdoor wordt de schil nog harder.

Wanneer je stukken pompoen wilt bewaren, moet je het binnenste gedeelte (pitten en draderig gedeelte) goed verwijderen. Daarna verpak je de vrucht in plasticfolie. Een stuk pompoen is dan nog twee tot vijf dagen houdbaar in de koelkast. Om te bewaren kun je stukjes pompoen of pompoenpuree invriezen in porties, klaar voor gebruik. Je kunt er ook chutney (mengeling van gestampte groenten en fruit, gekookt met azijn en suiker en goed gekruid) van maken of soep. Van de zoetere rassen kun je jam maken, gecombineerd met gember, citroen en kaneel.