Courgette

Kenmerken

De courgette is langwerpig, ovaal of rond, afhankelijk van het ras. De schil is overwegend groen, soms met gele strepen of gespikkeld. Courgettes worden jong geoogst en verwerkt in ratatouille, soepen en ovengerechten. Het vruchtvlees is stevig, mals en wit, met een zweempje groen. Er zijn tal van verschillende rassen. Andere namen die min of meer hetzelfde betekenen zijn kussa, zucchini, zuchetti en squash.

Beschikbaarheid

Van juli tot november, met juli-september als de beste periode.

Hoe bewaren?

Courgette is van oorsprong een tropische plant en kan dus niet tegen vries- of koelkastkou; je bewaart courgettes het best in de kelder bij een temperatuur van rond de 10° Celsius, of onderin de koelkast. Op deze manier kun je ze een week bewaren. Ongekoeld, afhankelijk van de temperatuur kun je ze één tot drie dagen bewaren.

De beste courgettes zijn niet te dik. Wanneer ze na het ideale rijpingsmoment worden geoogst, wordt het vruchtvlees waterig en minder lekker, er vormen zich talrijke dikke pitten.

Bewaartechnieken

Invriezen, courgette in het (zoet)zuur, chutney

Meer over deze bewaartechnieken.

Voedingsstoffen

Courgettes bestaan voor zowat 95 procent uit water en veel mineralen en vitaminen. Op het vlak van mineralen zijn kalium, fosfor en calcium het best vertegenwoordigd. Ze zijn dan ook caloriearm (15 kcal per 100 gram) en gemakkelijk te verteren.

In de keuken

Courgette wordt in veel groentegerechten verwerkt. Stoven, bakken en vullen met (vegetarisch) gehakt zijn de bekendste bereidingswijzen. Courgettebloemen zijn gedoopt in een vers geklopt ei en in heet vet gebakken een delicatesse. Courgettes met vorstschade moet je weggooien, vooral wanneer ze hun stevigheid beginnen te verliezen. Dat is namelijk een eerste teken van ontbinding. Het rottingsproces begint dan meteen.