Welke notenboom of -struik past in jouw tuin?

Wil je een notenboom of -struik in je tuin zetten? Je kiest de soort best afhankelijk van de plaats die je hebt, de bodem en de bestuiving.

Plaats

Bij de plantafstanden houden we rekening met de uiteindelijke grootte van de plant:
- Voor hazelaar voorzie je 4,5 x 4,5 m.
- Amandel en tamme kastanjes zet je op 4,5 tot 6 m uit elkaar.
- Voor een tamme kastanje die je volledig wilt laten uitgroeien, geef je 8 tot 10 meter afstand.
- Een volwassen walnotenboom neemt ongeveer 15 x 15 m in.
Voor kleine tuinen raden we een hazelaar aan. Deze blijft compact en is, in vergelijking met andere soorten, makkelijk terug te snoeien. Je kan hem dus ook in een haag planten.
Voor middelgrote tuinen is een amandelboom geschikt, ten minste als hij op een zonnige plek staat. Een tuin in een bebouwde omgeving en/of met een zuidmuur, waar hij warm en goed beschut staat, is een ideale standplaats voor een amandelboom.
In een landelijke tuin plant je beter een kastanjeboom, die minder gevoelig is voor de koude en nachtvorst.
Wie nog meer plaats heeft, plant een solitaire notelaar of een hele rij bomen, en/of integreert noten in een boomgaard of voedselbos.

Bodem

Een goed doorlatende, vruchtbare bodem is een basisvoorwaarde voor elke notenboom of -struik.
- Hazelaar groeit goed in de meeste tuinen.
- Tamme kastanje gedijt goed op een zandige, lichtzure bodem: goed doorlatend dus, en zeker geen te kalkrijke bodem.
- Amandel wil een bodem met een pH tussen 6.0 en 7.0.
- Walnoot gedijt goed op een licht kalkrijke grond, maar verdraagt ook zuurdere bodems.

Bestuiving

Zonder bestuiving krijg je geen noten. Deze twee types van bestuiving zijn van belang voor noten: kruisbestuiving (het stuifmeel wordt geleverd aan een bloem van een andere plant) en zelfbestuiving (stuifmeel wordt overgebracht naar de stempel van dezelfde plant). Een goede bestuiving wordt verzekerd in de volgende gevallen:
- Een bloeiende walnoot krijgt genoeg stuifmeel uit de ruime omgeving: je hoeft maar één boom te planten.
- Met één amandelboom (zelfbestuiver) heb je al goede productie.
- Fiets in je buurt rond en kijk of er al kastanjes (binnen de 40 m) of hazelaars (binnen de kilometer) staan die stuifmeel kunnen leveren aan jouw boom/struik. Zijn die er niet, dan plant je zelf minstens twee exemplaren van kastanje of hazelaar. Kies twee of meer verschillende rassen voor betere kruisbestuiving.