Ook een kleine stadstuin kan je tot een ecologisch paradijs omtoveren. Zelfs met een klein tuintje kun je heel wat doen. Onze tips zetten je op weg.
Waarom ecologisch?
Steden kennen een hoge verhardingsgraad. Verharding zorgt voor nog hetere steden op hete dagen. Een stadstuin met een (kleine) boom of struik maakt dan een wezenlijk verschil. Ook de biodiversiteit vaart er wel bij. Elk stadstuintje vormt zo een ware oase voor vogels, insecten en wie weet zelfs een egel!
Elk stuk groen in de stad is dus van belang. Ook met een kleine stadstuin is heel wat mogelijk. Denk maar aan de tuinmuren, achtergevel of bomen van de buren die mee het zicht bepalen.
1. Neem de tijd
De ruimte in een stadstuin is vaak eerder beperkt. Dus voor je aan het inrichten en planten gaat, neem ruim de tijd om je stadstuin te leren kennen. Waar heb je het meeste schaduw? Waar het meeste zon? Hoe zit het met de bodem? Hoe wil jij en/of je gezin de tuin gebruiken? Welk zicht wil je vanuit het huis op de tuin? Wil je graag een knusse zitplek? Of wil je misschien wat meer privacy tov de buren creëren?
Afhankelijk van de eigenschappen van jouw tuin en jouw wensen kan je aan het inrichten gaan.
2. Juiste plantkeuze
Bomen, struiken en borders met planten zijn onmisbaar in een ecologische tuin. Ze zorgen voor:
- schaduw,
- privacy tov de buren (inkijk),
- meer zoemende insecten en kwetterende vogels.
Van groot belang is dat je bomen, struiken en planten kiest die passen in jouw tuin (bodem, zonlicht,...). Maar hoe doe je dat?
Ontdek onze tips over plantenkeuze.
- Waar moet je op letten bij de keuze voor een boom of struik? Ontdek onze tips.
- Wil je een fruitboom of -struik in jouw stadstuin? Ontdek deze tips.
- Heb je ruimte voor een stukje gras of gazon? Lees dan onze tips.
3. Klimmen maar!
Bij een stadstuin horen meestal heel wat muren of schuttingen. Ook deze oppervlakte kan je benutten. Zet hier namelijk een klimplant tegen! Leuk voor jou én voor heel wat insecten en vogeltjes.
Er zijn verschillende manieren om te klimmen:
- Klimplanten zoals wingerd en klimop kruipen tegen een muur omhoog met zuignapjes of luchtwortels. Het zijn zelfhechters en ze hebben geen extra hulp nodig. Ze laten voetsporen na op de gevel als je ze ooit verwijdert. Ze worden wel heel groot, te groot voor een gezinswoning. Zo’n plant kan wel als je met meerdere buren afspreekt om één plant tegen meerdere gevels te laten groeien. Klimhortensia is ook een zelfhechter, hij is bescheidener van afmeting dan klimop of wingerd.
- Winders zoals kamperfoelie draaien met hun stengel om een verticale klimhulp.
- Druif klimt met ranken en geeft de voorkeur aan een horizontale klimhulp, net als een ladder.
In de zon kies je voor een van deze rankers:
- passiebloem Passiflora caerulea
- druif Vitis vinifera
In halfschaduw kies je voor:
- kamperfoelie Lonicera periclymenum (winder)
- Italiaanse bosrank Clematis viticella (ranker)
In de schaduw kies je voor:
- klimhortensia Hydrangea anomala ssp Petiolaris (zelfhechter)
- Alpenbosrank Clematis alpina (ranker)
- klimop Hedera helix (zelfhechter voor grote gevel)
De voet van de klimplant ligt bij voorkeur in de schaduw. Plant lage planten aan rond de klimplant. Zij werpen dan schaduw op de voet van de klimplant.
Meer geschikte klimplant(en) voor jouw tuin vind je met onze plantenzoeker.
4. Zo weinig mogelijk verharding
In een ecologische tuin beperk je zoveel mogelijk verhardingen, zoals paden, terrassen en opritten. Je legt ze enkel aan op plaatsen in de tuin die je intensief wilt gebruiken. Zodoende kan het water zoveel mogelijk in de ondergrond sijpelen en voorkom je droogte of wateroverlast.
Moet je stukjes van jouw stadstuin toch verharden? Lees onze tips.
5. Water opvangen
Ook jouw stadstuin kan een rol spelen bij een watertekort of een teveel aan water. Kiezen voor zo weinig mogelijk verharding in jouw stadstuin is al een grote stap.
Bovendien kan je ook makkelijk water opvangen door een regenton, een regenzuil of zelfs een regenschutting aan te sluiten op de regenpijp. Zelfs al heb je alleen een terras met potplanten, dan nog is het nuttig om het water op te vangen, precies voor die planten.
Heb je iets meer ruimte, dan kan het ook in een stadstuin interessant zijn om het regenwater bovengronds te laten infiltreren in een wadi. Je leidt het regenwater dat op het dak valt (of op de overloop van de regenton) naar hier.
Een wadi (het Arabische woord voor ‘woestijnrivier’) is een ondiepe, brede greppel waarin het regenwater wordt opgevangen en langzaam in de bodem kan dringen. Wadi staat ook voor waterafvoer door infiltratie. Een wadi kan vol water staan, maar kan ook een hele poos droog zijn. Hij is begroeid met gras. Onder de wadi kun je grind of gebakken kleikorrels gebruiken als filterbed. Dat is nodig op zware grond, op zandgrond niet. Daardoor kan het regenwater beter doorstromen. Rondom het grind plaats je een filterdoek, zodat er geen grond tussen het grind kan komen.
- Maak de wadi niet dieper dan 30 cm.
- Zorg voor zachte hellingen van de kom (< dan 45%).
- Voorzie de wadi van slokops. Dat zijn overloopvoorzieningen die direct op een afvoerbuis zijn aangesloten. Als het water boven het niveau van de slokop stijgt, stroomt het water via de slokop naar de afvoerbuis.
- Houd de wadi vrij van bladeren.
- Maai het gras regelmatig.
- Plant oeverplanten aan de randen.
De Velt-groepen organiseren heel wat workshops, lezingen en andere activiteiten over koken, tuinieren en meer. We verzamelen ze voor jou in een handige activiteitenkalender met kaart.
Heb je nog een vraag over dit thema en ben je lid van Velt? Dan kun je te rade gaan bij een van de Velt-experten.
Leden van Velt weten meer
Voor kennis en praktische tips over ecologisch tuinieren, leven en koken moet je bij Velt zijn.
- Het tijdschrift Seizoenen barst van de nuttige weetjes.
- Onze boeken maken van jou een tuinexpert of meesterkok.
- En wat dacht je van de vele workshops en lezingen?
Geniet van deze schat aan informatie.