Kastanjes zijn zeer interessante bomen, zowel in hun voedingswaarde als hun teelteigenschappen. Ze hebben, in vergelijking met de andere noten, een hoog koolhydraten of zetmeelgehalte en worden daarom ook wel het ‘brood van de bomen’ genoemd. Daarnaast is de noot rijk aan diverse mineralen en hebben ze als enige van de noten een significante hoeveelheid vitamine C en foliumzuur. Ze gedijen in een brede range aan klimaatcondities, ze zijn zowel hitte als koudebestendig. Het zijn dus echte klimaatbomen!
Verhaal uit het verleden met toekomst
Zijn kastanjes dan een nieuwe voedingsbron? Nee, integendeel! In sommige regio’s, zoals de bergachtige gebieden rond de Middellandse Zee, was de tamme kastanje generaties lang de voornaamste voedingsbron! De Romeinen bakten er al brood mee. En kastanjemeel werd voor de introductie van mais uit Zuid-Amerika, veel gebruikt in traditionele gerechten zoals polenta, een Italiaanse pap.
Dit inzicht uit het verleden geeft het potentieel weer van kastanjes in toekomstige voedselproductiesystemen zoals agroforestry. De opbrengst, in termen van hoeveelheid én voedingswaarde, is prima te concurreren met de intensieve teelt van eenjarige gewassen zoals graan.
Kastanjeboom in de tuin
Ook in tuinen verdienen ze absoluut een plek! Al moet je er wel plaats voor hebben. Want zaailingen worden tot vijfentwintig meter hoog en ook gekweekte rassen worden nog zeker twaalf meter. Zorg dus voor een minimale plantafstand van 8 meter rondom de boom.
Buiten de eetbare kastanjes, heeft de boom nog veel andere functies. Met zijn opvallende late bloeiwijze produceert hij enorm veel pollen en nectar voor de bijen en andere insecten. Het kastanjehout is weerbestendig en duurzaam en daarom ook uiterst waardevol voor steunpalen, constructies of afsluitingen.
Aanplant en onderhoud
Zaai je een kastanje zelf uit, dan duurt het ongeveer vijftien jaar voordat je de eerste noten oogst. Wil je al na vijf jaar een goede notenproductie? Dan koop je beter een gekweekt ras, zoals Lyon. Ze blijft beperkt qua hoogte en produceert in vergelijking met de wilde rassen grotere vruchten. De meeste gekweekte bomen zijn voor de vruchtvorming afhankelijk van het stuifmeel van een andere boom. Het ras Marigoule is een goede bestuiver voor Lyon.
Kies voor het planten een grote open plek in de zon of halfschaduw, en vermijd te natte of kalkrijke bodem. Op de juiste standplaats is de boom gemakkelijk te onderhouden en heeft hij weinig last van aantastingen.
De snoei van kastanjebomen kun je beperken tot het verwijderen van laaghangende takken en enkele zijtakken in de jeugdfase, zodat later voldoende licht in de boom zal vallen.
Oogsten, bewaren en verwerken
Kastanjes oogst je afhankelijk van het ras vanaf eind september tot eind november, met een piekmoment in oktober. De noten vallen gespreid over een aantal weken uit de boom, maar worden best om de twee dagen geraapt om schimmelaantasting te voorkomen.
Verse kastanjes bewaar je op een droge plek op kamertemperatuur. Ze zijn slechts beperkt houdbaar en worden daarom best zo snel mogelijk verwerkt.
Kastanjes kun je vers eten, koken of roosteren. Vers smaken de kastanjes het bitterste. Door ze te koken of te roosteren zijn kastanjes iets makkelijker te pellen, en krijgen ze een fijne, zoete smaak.
Doordat de verhouding tussen proteïne, zetmeel en vetten gelijkaardig is aan dat van tarwe, kunnen kastanjes ook vermalen worden tot meel om brood te bakken. Vaak wordt er wel nog tarwemeel aan toegevoegd om het glutengehalte, dat zorgt voor de stevigheid en elasticiteit van het deeg, te verhogen.



