Knolselderkroketjes met de beste tartaar

Snijd de knolselder in 4 parten.  Snijd nu elk part knolselder in plakken van 1cm dikte. Je zal zien dat de buitenste stukjes wat te klein zijn voor mooie kroketjes maar die kan je in een soep of ander gerecht verwerken. Blancheer de stukken gedurende vijf minuten in kokend water. Spoel ze met koud water en laat uitlekken in een vergiet.

Zet drie diepe borden of kommen: één met de bloem, één met de paneermeel gemengd met het sesamzaad en wat peper en zout en één met het geklutste ei op smaak gebracht met peper en zout. Dompel de knolselderplakjes nu eerst in de bloem. Schud goed af om de overtollige bloem te verwijderen. Dan dompel je ze in het ei en schud opnieuw goed af om het overtollige ei te verwijderen. Vervolgens in het paneermeel. Leg de gepaneerde knolselderschijfjes op een bord. Bak de knolselderkroketjes in een pan met olie of frituur ze (170°C).

Maak de tartaar door alle ingrediënten te mengen.  

Teveel kroketjes? Vries ze in met een blaadje bakpapier tussen elk kroketje. Ontdooi het aantal dat je nodig hebt en bak 2 minuten langs beide kanten in een pan of oven.