Als je geen tuin hebt en je groente-, fruit- en tuinafval toch graag zelf wilt composteren om je kamerplanten te voeden, dan kan een wormenbak de oplossing zijn. Maar hoe begin je daarmee? Waar moet je op letten? En wat met percolaat? We gingen te rade bij Kristof Van Stichelen van Vlaco, thuiscomposteerder Aline Sponholz en Edgar van Groningen van de StadsWormerij. Stuk voor stuk hebben ze bakken ervaring.
Veel thuiscomposteerders

In 2018 deed Vlaco, de vzw die al dertig jaar het beleid en de belangen van de biologische kringloop in Vlaanderen behartigt, een uitgebreid onderzoek naar thuiscompostering. Daaruit bleek dat maar liefst 41 procent van de Vlamingen dat doet. De grote meerderheid kiest daarbij voor een old school composthoop, een gewoon compostvat, of compostbakken. Slechts 2 procent van die groep thuiscomposteerders heeft een wormenbak. Voor Nederland zijn er geen cijfers bekend, al zullen die vermoedelijk weinig verschillen.
‘Het grootste voordeel van een wormenbak is dat ook mensen zonder tuin hun keukenresten gemakkelijk kunnen composteren’, zegt Kristof van Stichelen, die voor Vlaco werkt. Daarnaast is hij als bestuurslid en vrijwilliger ook actief bij Velt. ‘Je hebt de keuze uit twee types’, gaat hij verder. ‘De monobak of de stapelbak.’
Mono- of stapelbak
Een monobak is een bak met een deksel. Onder aan de bak zit een kraantje. Net daarboven bevindt zich een geperforeerde bodem, waar het composteerproces wordt opgestart. Stapelbakken bestaan dan weer uit drie of vier bakken die in elkaar schuiven. Behalve de onderste, hebben alle bakken een geperforeerde bodemplaat. De onderste bak heeft meestal een kraantje. Het geheel wordt wederom afgesloten met een deksel.
'Voeder de wormen zeker niet te gretig want dan kan het mislopen'
‘Beide soorten bakken doen hun ding, maar de stapelbakken zijn toch het handigste’, aldus Kristof. ‘Composteren in de wormenbak vraagt aandacht en ervaring. Wanneer je de wormen bijvoorbeeld iets te gretig voedert, kan er weleens wat misgaan. Heb je een stapelbak, dan is het veel eenvoudiger om het probleem op te lossen, omdat je de verschillende delen uit elkaar kunt halen. Bij een monobak moet je bij problemen de hele bak leegscheppen en opnieuw beginnen.’

De ene worm is de andere niet
Nog een andere optie is om, net als Aline Sponholz en haar man, zelf een wormenbak ineen te knutselen. Het principe is hetzelfde als bij de stapelbak. ‘Onze bak bestaat uit vier grote Curverdozen. In de drie bovenste hebben we met een boormachine gaatjes met een diameter van 1 cm gemaakt. Zo kunnen de wormen van de ene naar de andere bak kruipen. De onderste heeft geen gaten.’
De wormen zelf hebben ze ergens uit een composthoop gevist. Volgens Kristof is dat ook het beste. ‘Je kunt die ook in de handel of via internet bestellen onder de naam Tijgerworm of Turboworm’, zegt hij. ‘Maar vaak doen die beestjes niet wat beloofd wordt, onder meer omdat ze uit een ander klimaat komen. De wormen die je vindt in de strooisellaag van een bos, in de bovenste organische laag van een gazon, in een mesthoop, in een composthoop of compostvat… dát zijn de wormen die je moet hebben. Met een kleine zoektocht vind je die doorgaans vlot. Een stuk of veertig wormen is voldoende om te starten. Maar hoe meer, hoe beter.’
'Koffiegruis en maiskolven vinden ze heerlijk. Dan is het een echt wormenfeestje!'
Tegen verspilling
De volgende stap is om de wormen je keukenafval te voederen. ‘Als vegetariërs eten wij veel groenten’, vertelt Aline. ‘We proberen zo weinig mogelijk voedsel te verspillen. Alle rauwe groenterestjes gaan dan ook naar de wormen. Denk aan verlepte slablaadjes, schillen van kastanjes of klokhuizen van appels. Koffiegruis en maiskolven vinden ze heerlijk. Dan is het een echt wormenfeestje!’
Om de wormen een handje te helpen, snijdt Aline haar restjes fijn alvorens die aan de wormen te voederen. Ook voegt ze regelmatig wat ‘bruin materiaal’, zoals papier en zaagsel, toe om de bak luchtig te houden. Na zes tot negen maanden is de compost rijp om te oogsten. Die legt ze, samen met de wormen die erin zitten, onder de struiken in haar tuin.
WEL
• groente- en fruitresten
• theeblaadjes en -mengeling, koffiedik en -filters
• verwelkte bloemen
NIET
• vlees- en visresten
• bereide etensresten: gekookt, gebakken, gefrituurd …
• brood en gebak
• zuivel
• vettig materiaal zoals olie of saus
Bron: Vlaco
Vloeibaar goud
Behalve compost, produceert de wormenbak van Aline ook percolaat. ‘Die zwarte vloeistof is erg voedzaam en verzamelen we in een bidon’, zegt ze. ‘Vervolgens lengen we een tiende aan met water en geven we het aan de kamerplanten. Ook de tomatenplanten krijgen soms een scheutje, omdat die wel wat meer voeding kunnen gebruiken.’
Maar percolaat is een onderwerp waarover veel gedebatteerd wordt, weet Kristof. ‘Percolaat komt vrij bij elk composteersysteem. Voor mensen die in een appartement wonen, kan het nuttig zijn. Maar het is belangrijk dat de hoeveelheid percolaat zo klein mogelijk blijft, omdat het – zeker wanneer het niet weg kan uit de wormenbak – ervoor kan zorgen dat de boel gaat rotten.’

Edgar van Groningen meent zelfs dat er best nooit percolaat uit je systeem lekt. Hij is eigenaar van de StadsWormerij in Amersfoort, waar ze aan professionele wormencompostering op grote schaal doen. Het bedrijf verkoopt ook wormenbakken en geeft workshops om er zelf mee aan de slag te gaan. ‘Als er percolaat of zogenaamd stinky mystery liquid uit je wormenbak komt, wil dat zeggen dat de inhoud te vochtig is’, aldus Edgar. ‘De oplossing is dan simpelweg om meer bruin materiaal toe te voegen.’
Uitdagingen
Behalve een teveel aan percolaat, zijn er nog een paar andere zaken waarop je moet letten als je een wormenbak in huis neemt. Zo zorg je er het best voor dat de temperatuur in de bak altijd tussen de 7 en 27 graden Celsius blijft. Anders kunnen de wormen niet actief zijn. Kristof zet zijn wormenbak afwisselend in kelder en garage, twee plaatsen waar de temperatuur netjes binnen die temperatuur-range blijft. Aline zet de bak tijdens de wintermaanden binnen in de veranda. ‘Als het warmer wordt, verhuizen we die naar buiten, onder het tafeltje waar we onze groenten opkweken.’
'Last van fruitvliegen? Dek de bak of met karton of rabarberbladeren'
Bij hoge temperaturen heeft ze weleens last van fruitvliegen in de bak. ‘De reden is vaak dat er veel fruit in zit’, aldus Kristof. ‘In dat geval kun je de composterende laag afdekken met een stuk karton of grote rabarberbladeren.’
Af en toe krijgt hij ook te horen dat er wormen ontsnappen. ‘Dat gebeurt soms als er in het composterend materiaal geen goede leefomgeving meer is. Al kan het ook voorkomen als je de wormenbak net hebt opgestart. De wormen hebben dan een soort schrikreactie waarbij ze alle kanten opkruipen en vaak ook uit de bak willen. Dat houd je het best goed in de gaten.’