Wie wil kan met begeleiding en ondersteuning van Velt een eetbare buurt starten. Dat is een samentuin, samenkookgroep, voedselbos, schoolmoestuin of buurtboomgaard waar buurtbewoners, vrijwilligers, landbouwers, scholen, zorginstellingen en gemeenten samen werken aan een warme, gezonde buurt voor iedereen. De Zoetenhof is zo'n eetbare buurt. Geertje Meire bracht een bezoekje.
In het voorjaar van 2018 plantte Philippe Vandewalle de eerste planten en boompjes op een veld in Destelbergen. Wat al negentig jaar een paardenwei was, wilde hij omtoveren tot voedselbos. ‘We legden karton en een dikke mulchlaag rond de planten, want ze moesten hun mannetje staan tussen het lange weidegras. Voor een voedselbos ga je op zoek naar planten die sterk zijn, eetbaar én decoratief. Want waarom kiezen voor een hortensia als er zoveel mooie planten zijn waarvan je de bloemen, bladeren of vruchten kunt eten?

Zes jaar later ziet de hectare er al bossig uit. Philippe: ‘Beetje bij beetje creëerden we eilanden in het bestaande weidegras. Eigenlijk zijn dat met elkaar verbonden tuinen of tuinkamers. Zelfs als je thuis niet veel plaats hebt, kun je hier inspiratie opdoen. Ik vind grassoorten geen probleem, maar ik wil ook veel weidebloemen: pinksterbloem, valeriaan, ereprijs, engelwortel, knoopkruid, wilde peen, koekoeksbloem … Sommige groeien hier spontaan. Af en toe maai ik stukjes, en die mulch is dan weer voedsel voor de planten.’
'Het is mijn bedoeling om te inspireren, ervaringen uit te wisselen en jonge mensen aan te spreken'
Glimwormen en vogels zoeken
De liefde voor natuur kreeg Philippe van zijn vader mee. ‘Ik herinner me als kind vele ochtendwandelingen om vogels te spotten, of we zochten glimwormen bij valavond. Ik werk deeltijds, dus woensdag, vrijdag en zaterdag vind je me hier. Gelukkig komen er geregeld mensen helpen. Iedereen brengt zijn eigen verhaal mee en er is hier tijd om dat te delen.’
Ik spot verschillende banken en gezellige zithoekjes. ‘Het is mijn bedoeling om te inspireren, ervaringen uit te wisselen en misschien jonge mensen aan te spreken.’
Oogsten
Wat als er overal moois én eetbaars groeit? Dan ga je junglekoken! Dat betekent zoveel als een maaltijd bereiden met lekkers (van meerjarige planten) uit het voedselbos, onder leiding van een junglekok. Of twee. Vandaag zijn dat Lieve Ferdinande en Michel Gonzaga. ‘Een voedselbos is een mooie aanvulling op het gewone landbouwsysteem, dat heel erg focust op eenjarigen’, zegt Lieve. We kopen uiteraard ook dingen, je kunt niet van het voedselbos alleen leven. Je vraagt aan een varkensboer toch ook niet of hij alleen maar varkens eet.’
Dus nemen de koks ons eerst mee door ‘de Zoete Jungle’, elk met een doosje in de hand.

Outside the box
Junglekoks hebben een passie voor de wilde keuken, zijn creatief en niet vies van improviseren en experimenteren. Sowieso moet je vooruitdenken, plannen en op tijd oogsten om een heel jaar uit een voedselbos te eten. En leren wat allemaal eetbaar is: daarvoor zijn we hier!
Tijdens de wandeling vertellen Lieve en Michel honderduit. Dat je met schermbloemigen moet oppassen, bijvoorbeeld, want er zitten een paar giftige soorten tussen, zoals de gevlekte scheerling. Wilde peen en zevenblad kun je wel eten. Kruisbloemigen zijn allemaal eetbaar: koolsoorten, radijs, rucola. Hun zaden kun je kiemen als scheuten.
Een simpele vuistregel: oogst altijd dat deel van de plant waar op dat moment de energie naartoe gaat. Algemeen zijn dat scheuten en jong blad in de lente, bloemen en bessen in de zomer, noten en zaden in de herfst en knollen in de winter.

Gekonfijte engelwortel
Bij terugkomst is ons bakje gevuld met bessen, frambozen, brandnetel en zevenblad, pluimen van moerasspirea, bloemknoppen van de teunisbloem, bijvoet, jong lindeblad … Wist je dat sommige mensen een lindeboom kort en laag houden als slaboom? Of dat je de aromatische pluimen van moerasspirea kunt weken in melk om daar heerlijk roomijs van te maken? Nieuw voor mij was aardkastanje (Bunium bulbocastanum): een schermbloemige die op de rode lijst staat. Je kunt de bladeren eten als alternatief voor peterselie.
'Kleine biotoopjes maken ook al een verschil. Dus maak van je tuin een biodiverse natuurbelevenis!'
Dé plant van De Zoetenhof is toch de engelwortel. Hij groeit er massaal. Lieve: ‘Ik vind het een geweldige plant, hij trekt veel insecten en je kunt er alles van eten. De groene stukken in het gekonfijt fruit vroeger waren engelwortel.’
Het wordt een ietwat avontuurlijke kookles en helaas worden we overvallen door de regen: een moessonbuitje in de jungle, gekscheren we. Maar het resultaat laat zich bijzonder goed smaken.
XXXL
Philippe: ‘Ik begon in mijn eigen verkavelingstuin van 900 m2. Met verbazing keek ik toe hoe de diversiteit met de jaren toenam. Eigenlijk ben ik met De Zoetenhof gestart, omdat mijn tuin me te klein was geworden. Ik wilde een XXXL-versie! Het voelt ook als mijn bescheiden oplossing voor mijn wereldse frustraties. Ik vind dat bomen en levende hagen aanplanten meer verplicht moet zijn. Kleine biotoopjes maken ook al een verschil. Dus maak van je tuin een biodiverse natuurbelevenis!’
Tekst Geertje Meire
Foto’s Jan Aelberts
Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat Philippe elke plant, boom en struik in zijn voedselbos kent. Benieuwd naar enkele bijzondere – en voor mij minder bekende – soorten die je op De Zoetenhof tijdens een wandeling tegenkomt?
- Japanse parasolden (Sciadopitys verticillata) of kransspar. Oerboom, die door de eeuwen heen weinig wijzigingen onderging. De kleine, schubvormige naalden staan in kransen om de takken, in de vorm van een parasol. Philippe: ‘Misschien heb ik ooit pijnboompitten? Maar misschien ook niet. Niet alles moet eetbaar zijn, hè.’
- Wimperlinde of gewimperde linde (Tilia henryana). De gezaagde bladeren lopen uit tot puntvormige tanden. Deze zijn zo fijn dat ze veel weg hebben van wimpers. Deze boom groeit langzaam, blijft wat kleiner en bloeit pas laat, in juli/augustus. De geelwitte bloemen geuren lekker zoet. Een ideale boom voor bijen en insecten.
- Langstelige olijfwilg (Eleagnus multiflora). Een sterke, groenblijvende heester met een grijsgroen blad. Hij geeft witte bloemen en daarna rode, eetbare besjes. Het is ook een stikstofbindende plant: in de wortels wordt stikstof opgeslagen door een samenwerking met bacteriën.
- Griekse alant (Inula helenium). Enorm sterke plant, die zich als een speer tussen de brandnetels omhoog kan boren. ‘Het is ook een medicinale plant, al moet ik toegeven dat ik hem nog nooit heb gebruikt’, vertelt Philippe. ‘Maar het is een mooie plant, en een bijenlokker! Er staan al volgroeide exemplaren, maar ik heb ook net nieuwe gezaaid.’
- Fazantenbes (Leycesteria formosa). Ook bekend als karamelbes, chocobes of grootmoeders oorbellen. De bessen zijn lekker, een beetje karamelachtig. Ze moeten wel goed rijp zijn.
- Mijn oog valt op een citroenboom, vooral omdat hij buiten staat. Philippe: ‘Dit is een wilde citroen, de driebladige citroenboom (Poncirus trifoliata). Hij staat hier vier jaar en heeft alle mogelijke weersomstandigheden meegemaakt. En nu draagt hij voor het eerst!'
- Sumakboom/struik (Rhus coriaria). De kleine, rode besjes worden gedroogd en vermalen tot een grof poeder, bekend als het kruid sumak. Het zit onder andere in za’atar en heeft een kruidige, citrusachtige smaak.