Hoe en wanneer vogels voeren?

Vogels zijn altijd druk in de weer. In het voorjaar moeten ze een partner vinden, een nest bouwen, eieren leggen en jongen grootbrengen. In de herfst kunnen ze niet rusten want dan moeten ze reserves zien op te bouwen voor de winter. Warm blijven in koude dagen is de boodschap. Onze gevederde vrienden een handje helpen, kan dus zeker geen kwaad. Vogelbescherming Vlaanderen helpt je met wat tips op weg. 

Hou het proper 

Zorg ervoor dat de voeder- en drinkplaatsen hygiënisch zijn. Aangezien veel vogels samenkomen  rond voederplaatsen bestaat het gevaar dat het een broeihaard wordt voor ziektekiemen. Ook kan zaad slecht worden en beginnen schimmelen. Leg daarom nooit te veel voedsel in één keer, maar ververs om de paar dagen. Ook kan je de voederplekken om de zoveel tijd proper maken met warm water. Gebruik echter nooit zeep want zeepresten kunnen inwerken op de waslaag van vogels. 

Voorzie water

Water is van levensbelang voor vogels om te drinken en zich te wassen.
Voorzie daarom een ondiep waterschaaltje in de tuin. Doe dit niet enkel in de zomer, maar ook bij lichte vorst als waterbronnen moeilijker te vinden zijn. Vergeet niet het water regelmatig te verversen of vrij te maken van ijs.

Kies voedsel dat past bij de tijd van het jaar 

Afhankelijk van de tijd van het jaar hebben vogels nood aan andere voedselbronnen.

>> Herfst
Het begint stilaan kouder te worden en vogels bereiden zich voor op de winter.
Daarom hebben ze nood aan vet- en vitaminerijk voedsel. Zo kun je naast zaden, vetbollen en pinda’s voorzien in de tuin. Tip: plant ook wat bessenstruiken in de tuin zodat de vogels hier volgende herfst mee van kunnen snoepen.

>> Winter
In de winter zijn vogels voornamelijk bezig met overleven en met hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. Kleine soorten, zoals bijvoorbeeld de pimpelmees, kunnen ’s nachts tot wel 10 procent van hun gewicht verliezen. Voorzie dus vetrijke voeding zoals mezenbollen of vogelpindakaas. Hierdoor sterken de vogels snel aan en kunnen ze de koude periodes zonder problemen doorkomen. Maar ook levend voer – denk aan meelwormen - is erg populair omdat dit in de winter minder goed te vinden is. Vergeet ook zeker niet water aan te bieden.

>> Lente
In de lente is er opnieuw veel voedsel te vinden, maar de vogels hebben het heel druk met het bouwen van nesten, eieren leggen, broeden en het grootbrengen van jongen. Tijdens deze werkzaamheden kunnen ze wel wat extra eiwitten en kalk, voor onder andere het leggen van eieren, gebruiken.  Zeker eiwitrijke insecten zijn nu heel handig voor de vogels en hun jongen. 

>> Zomer
Ook tijdens de warmste dagen hebben vogels nood aan eiwitrijk voedsel. Door je tuin wild te maken kunnen vogels nu gemakkelijk insecten en anders voedsel vinden. Als extraatje kan je nog insecten aanbieden. Vetrijk voedsel is nu overbodig.

Vergeet ook geen water aan te bieden tijdens warme, droge periodes. Stilstaand water kan snel vies worden dus probeer het dagelijks te verversen. 

>> Wat geef je nooit? 
Gezouten voedselresten, kaaskorstjes en boter. Ook brood is slecht voor vogels. Brood geeft vogels een vals gevoel van ‘voldaanheid’. Het vult de maag maar biedt hen weinig voedingsstoffen.

Meer informatie vind je op vogelbescherming.be.