In de ogen van heel wat mensen zijn wespen lastige dieren die alleen maar steken. Maar lang niet alle wespen doen dat. Maak kennis met de urntjeswesp, de rupsendoder en de bladwesp.

De urntjeswesp is slank gebouwd en ongeveer een centimeter lang. Ze maakt van klei of leem, somsvermengd met zand of plantaardig materiaal, een opvallend urnvormig nest. Daar heeft ze ook haar naam aan te danken. De urntjeswesp heeft geen haartjes maar wel zware en gele strepen.

De rupsendoder is net als de urntjeswesp slank gebouwd. Wel wordt ze iets groter, namelijk ongeveer twee centimeter. De rupsendoder is amper behaard en is rood en zwart van kleur. Hoe de rupsendoder aan haar naam komt? Ze verlamd rupsen door een gif in te spuiten. Vervolgens neemt ze die mee voor haar jongen. Wespenlarven voeden zich immers met de vetreservers van de nog levende rups. De wepsendoder zelf haalt haar voedsel uit nectar.
Tot slot hebben we de bladwesp. Die is eveneens slank van bouw en wordt gemiddeld 1,5 centimeter groot. Ook de bladwesp heeft geen haar. Ze is geel-zwart of zwart-oranje/bruin van kleur.
