Raapstelen

Kenmerken

Raapstelen behoren tot de familie van de kruisbloemigen en zijn een koolgewas. Het zijn jonge plantjes van diverse koolsoorten, die als jong groen worden gegeten.

Men noemt ze ook rubbekes, snijkool en kelen. Het betreft plantjes van meiraap of Chinese kool en zijn lichtgroene, langwerpige, ingesneden blaadjes met een knapperige steel.

Beschikbaarheid

Raapstelen zijn vooral een vroege voorjaarsgroente (april en mei). Vanaf januari kunnen ze in koude kas worden geteeld, vanaf maart tot april in de open lucht.

Hoe bewaren?

Raapstelen kun je maximum drie dagen in de groentelade van de koelkast bewaren, liefst in een open zak of gewikkeld in een vochtige doek.

Je kunt ze ook voor heel korte tijd bewaren door de steeltjes met de wortel in een pot met een laagje water te zetten en er een plastic zak overheen te trekken.

Voedingsstoffen

Raapstelen zijn rijk aan vitamine C, bètacaroteen, calcium, kalium en ijzer.

In de keuken

Snij de worteltjes van de steeltjes en was de raapstelen in ruim koud water. Laat ze goed uitlekken voor je ze verder verwerkt. De bladeren hebben een pittige smaak. Malse, jonge raapstelen kunnen ook als groente worden gekookt of in een frisse salade worden verwerkt.

Gekookt kun je ze bereiden met kaassaus of in een stamppot. Je kunt ze ook gewoon stoven of roerbakken. Ze vormen ook het basisingrediënt voor een typisch gerecht uit Puglia (Italië), met orecchiete (deegwaren), olijfolie en pepertjes.

Ontdek recepten met raapstelen