Veel tuiniers hebben last van mollen, woelratten of woelmuizen.
- Mollen zijn nuttige dieren die leven van wormen en insectenlarven. Stel je eerst de vraag of de molshopen in jouw tuin echt hinderlijk zijn voor je mollen bestrijdt.
- Een woelrat en woelmuis knaagt aan de zachte ondergrondse plantendelen van bijvoorbeeld bloembollen, groenten en vruchtbomen.
- Woelmuis, mol, woelrat,... Al die ondergrondse gravers verluchten je bodem en verspreiden ook sporen van nuttige bodemschimmels.
Werk vooral aan een natuurlijk evenwicht in jouw, door bijvoorbeeld voldoende natuurlijke vijanden te lokken. Denk daarbij aan:
- Dagroofvogels kun je aantrekken met een zitstang: een paal van minstens 2,5 m boven de grond. Een zitstang is enkel nuttig als je een tuin hebt zonder al te veel begroeiing (struiken), anders ziet de roofvogel niet wat er op de grond gebeurt. Hang ook nestkasten voor roofvogels.
- Uilen: woelmuizen zijn in sommige streken een belangrijke voedselbron voor uilen.
- Katten en een aantal hondenrassen
- Wezel, marter en bunzing
- Mollen vangen en eten jonge woelmuizen en -ratten
Tips en tricks
Er zijn veel trucs en middeltjes. Soms helpen ze, soms een tijdje, soms niet. De ene situatie is de andere niet. Probeer toch het natuurlijke evenwicht niet verder te verstoren. Observeer en stuur bij.
1. Barrières en andere hindernissen
- Sluit voedselvoorraden en bewaarplaatsen van groenten goed af. Zo kunnen woelmuizen en -ratten niet bij jouw oogst.
- Werk met verhoogde bedden en leg onderin het bed stevig kippengaas.
- Wanneer je fruitbomen of -struiken plant wikkel dan de wortelkluit in kippengaas. Zo zijn de dikkere wortels beschermd. Woelratten lusten fijne boomwortels niet zo.
- Plaats barrières rond jouw moestuin, zoals muren of een strook kort gemaaid gras. Ook een dubbele omheining (1 m uit elkaar) waartussen dan kippen, schapen,... lopen. De trillingen van kleinvee verstoren woelmuizen en mollen.
- Een vlierhaag vormt een dicht, warrig en stinkend wortelgestel. Dat bemoeilijkt de toegang tot de fruit- of moestuin.
- Frees massa's mosselschelpen onder. Veel van die mosselschelpen breken dan in scherpgerande stukken, die dan ondergrondse gravers weren. Het effect verdwijnt wanneer de schelpen verweren. Dat is naar verluidt al na een jaar. Jaarlijks frezen of spitten verstoort sowieso mollen en woelmuizen, maar is ook nefast voor het gewenste bodemleven.
- Meng 10% grof lavagruis met jouw bodem.
- Neemt flink gedoornde twijgen van rozen, kruisbessen, meidoorn, sleedoorn, ... Stop ze in busseltjes (minstens 5 takken en 30 centimeter lang) in de gangen.
- Voor zover haalbaar: laat heel veel water in hun gangen stromen.
2. Geur
Mollen en woelmuizen houden niet van sterke geuren. Geur vervliegt wel, dus de meeste van onderstaande behandelingen moet je herhalen.
- Meng enkele druppels pepermuntolie of andere etherische oliën met een kopje plantaardige olie, en verspreid dit in de gangen. Hertshoornolie: idem.
- Meng 100 ml wonderolie (ricinusolie) met 50 ml afwasmiddel en 2 l water. Verdun dan het mengsel tien maal met water en sproei dit over jouw bodem. Ricinusolie komt van de giftige ricinusplant, maar het giftige ricine wordt tijdens de verwerking verwijderd. De olie is dus veilig en gewoon verkrijgbaar in de winkel, vooral als cosmeticaproduct.
- Tuingloxinia (Incarvillea delavayi) en Bulgaarse sierui (Nectaroscordium siculum) en goudlook (Allium moly) verspreiden ondergronds een hinderlijke geur. Goudlook wordt ook onder de naam Mollenbollen verkocht. Of deze planten andere planten beschermen, is twijfelachtig.
- Met bladeren van vlierstruiken of knoflook/uien (de bollen of gewoon de opgespaarde schillen) kun je gier maken. Daarvoor leg je 1 kg bladeren in 10 l water en laat je het mengsel 10 dagen staan. Voeg er eventueel urine aan toe. Giet de gier onverdund in de gangen.
- Honden- of kattenkeutels, of ook haar van deze huisdieren, of mensenhaar: je kunt ze allemaal rechtstreeks in de gangen plaatsen.
3. Lawaai en trillingen
Onderstaande middeltjes helpen zolang ze trillen: met menskracht, door wind of elektriciteit. Na een tijd kunnen mollen of woelmuizen er wel aan wennen. Dan is het nuttig om van middel te wisselen.
- Flessen, half ingegraven waar de wind over fluit, zijn klassiek. Zo ook (zelfgemaakte) molentjes en speciale trillende apparaten.
- Betonijzers of gelijkaardige staven van 150 tot zelfs 300 cm lang. Duw ze verticaal in de bodem – de onderste 30 tot 50 cm zitten dus in de grond - en 100 cm uit elkaar. Bovenop elk ijzer zet je een omgekeerde blikje. Die staven kun je ook onderling verbinden met een breed plastic lint zoals dat bij wegwerkzaamheden gebruikt wordt.
4. Vangen als het echt niet anders kan
- Graaf bij een gebruikte ingang een emmer in, met de bovenkant van de emmer gelijk met de bodem van de gang. De mollen vallen in de emmer en kunnen er niet meer uit. Controleer je emmer dagelijks.
- Laat gevangen mollen, muizen en ratten een eindje verderop vrij in de natuur. Bosranden en braakliggende terreinen zijn hiervoor geschikt.
- Voor elke diersoort bestaan aparte klemmen. Ze worden uitgezet in de bewoonde gangen. Het plaatsen vraagt altijd ervaring en veel geduld. Zo mag je de klem niet met mensengeur bevuilen en moet je dus eerst je handen met aarde inwrijven of handschoenen dragen.

De Velt-groepen organiseren heel wat workshops, lezingen en andere activiteiten over koken, tuinieren en meer. We verzamelen ze voor jou in een handige activiteitenkalender met kaart.

Heb je nog een vraag over dit thema en ben je lid van Velt? Dan kun je te rade gaan bij een van de Velt-experten.

Leden van Velt weten meer
Voor kennis en praktische tips over ecologisch tuinieren, leven en koken moet je bij Velt zijn.
- Het tijdschrift Seizoenen barst van de nuttige weetjes.
- Onze boeken maken van jou een tuinexpert of meesterkok.
- En wat dacht je van de vele workshops en lezingen?
Geniet van deze schat aan informatie.