Aanleg van een bollengrasland

Met een bollengrasland heb je in het voorjaar een vrolijk lentetapijt en tijdens de zomermaanden kun je het gras kort afrijden en als een gazon of kort grasland gebruiken. De soorten bolgewassen die voor jouw gazon in aanmerking komen zijn de vroegbloeiende soorten. Het zijn bijna allemaal lage soorten die weinig concurrentie ondervinden van het korte voorjaarsgras.

Jaarlijks organiseert Velt in het voorjaar een samenaankoop van biologische bloembollen. Snuister door het assortiment.

Wanneer en hoe plant je bloembollen?

Plant bloembollen van september tot november. Voor een natuurlijke verdeling van de bollen in het gazon strooi je de bollen uit en plant je ze op de plekken waar ze zijn terechtgekomen. Dit doe je door de grond voldoende diep los te maken zodat de bollen gemakkelijk kunnen wortelen. Vochtige grond is ideaal, want de beworteling van de bolgewassen kan dan meteen beginnen. Als de grond erg droog is, wacht je beter op een flinke regenbui.

Moet je bloembollen bemesten?

Bloembollen hoef je niet te bemesten. Ze hebben alle reservestoffen die ze nodig hebben bij de groei opgeslagen in hun bol. Compost kan wel nuttig zijn in zware kleigrond om een betere lucht- en waterdoorlating te creëren.

Hoe beheer je een bollengrasland?

Bollengraslanden maai je, net als andere graslanden. Je kunt het gras pas maaien als het loof van de bolgewassen helemaal is vergeeld en afgestorven, want via dat loof slaan de bolgewassen reserves op om het volgende jaar weer te kunnen bloeien. Het loof van vroegbloeiende soorten sterft ten laatste einde mei af.

De meeste bolgewassen kunnen jaren achter elkaar op dezelfde plaats blijven staan. Je hoeft ze niet op te graven. Deze bloembollen noemen we verwilderingsbollen. Wil je de bolgewassen die al in jouw tuin staan toch liever op een ander plekje, dan rooi je de bollen als het loof is vergeeld. Bewaar ze koel en droog tot het plantmoment is aangebroken.