1. Koop lokaal

  • Haal jouw wekelijkse portie groenten bij een korteketeninitiatief: zelfoogstveld, groentenpakket, lokale groenteboer, boerenmarkt, … Deze groenten zijn meteen ook grotendeels seizoensgebonden én als je voor bio gaat, zit je helemaal goed. Sommige initiatieven bieden ook andere lokale producten aan zoals brood, zuivel en vlees. 
     
  • Kijk in de winkel naar de herkomst van groenten en fruit. Die staat verplicht vermeld op de verpakking. Kies voor groenten en vruchten die een zo kort mogelijke afstand hebben afgelegd. Koop geen groenten of fruit die met het vliegtuig zijn vervoerd. Ze hebben een enorme ecologische voetafdruk. Het gaat om kwetsbare groenten en vruchten die lange afstanden hebben afgelegd zoals boontjes, tropisch fruit en avocado’s.
     
  • In de winter en vroege lente is er weinig lokaal fruit beschikbaar. Vul dan aan met fairtradebananen en citrusvruchten uit Zuid-Europa. Je kunt ook zomerfruit zoals bessen en steenfruit invriezen en het in de winter verwerken in smoothies of andere gerechten waarbij je het fruit niet opwarmt zodat de vitamines bewaard blijven.
     
  • Ben je dol op de Thaise, Afrikaanse of Mexicaanse keuken? Bekijk eens of je de exotische ingrediënten in een favoriet gerecht kunt vervangen door lokale. Van broccolistelen, boontjes of erwtjes maak je een heerlijke guacamole en met een lekker sappige peer maak je minstens een even lekkere smoothiebowl als met een mango.
     
  • Er is niets lokalers dan je eigen groenten en fruit kweken. Dat kan in een eigen moestuin of pottentuin, of in een samentuin in de buurt. De lokale Velt-afdelingen organiseren regelmatig cursussen ecologisch tuinieren. Kijk hier of er een plaatsvindt in jouw buurt

2. Elk seizoen weer anders

  • De meeste groente- en fruitsoorten in ons land zijn seizoensgebonden. Koop je ze buiten hun oogstseizoen, dan kosten ze meestal heel wat energie. Ze leggen veel kilometers af of ze worden geteeld in verwarmde serres. Gebruik daarom onze seizoenskalender om te weten wanneer groenten en fruit oogstrijp zijn. Of ga meteen voor de boodschappentas van Velt. Zo heb je de seizoenen altijd bij de hand.
Image
Boodschappentas van Velt
Foto: Aikon Producties
  • Wie zegt er nu nee tegen een stuk sappige pizza of een kom dampende pasta? We eten deze populaire gerechten het hele jaar door, maar waar we niet bij stilstaan is dat deze gerechten hoofdzakelijk gemaakt worden met zomergroenten zoals paprika, courgette en tomaat. Nochtans kan het gemakkelijk anders. Herfst- en wintergroenten zijn minstens even pasta- en pizzavriendelijk. Ga dus de uitdaging aan en maak elk seizoen een pasta of pizza met seizoensgroenten. Zo geniet je van je favoriete comfortfood en leer je nieuwe smaken kennen en appreciëren. Inspiratie vind je op de Pinterestpagina van Keukenpraatjes. 
     
  • Onbekend is onbemind. Als je nieuwe smaken leert kennen, is dat even wennen. Herfst- en wintergroenten zoals raapjes, rammenas en schorseneer kunnen je misschien afschrikken maar geef het niet meteen op. Je kunt deze groenten op zoveel meer manieren klaarmaken dan je denkt. Wat dacht je van schorsenerenchips, carpaccio van rammenas en pompelmoes of een raapjessoep met mierikswortel? Denk gerust wat out of the box en speel met smaakmakers en bereidingswijzen om vertrouwd te raken met je nieuwe vrienden. Je wordt er nadien ook echt voor beloond, want je eetpatroon wordt gevarieerder en dus gezonder. 
     
  • Kiezen voor seizoensgroenten is niet alleen lekker en gezond, maar ook nog eens goed voor je portemonnee. Over het algemeen zijn seizoensgroenten goedkoper in hun seizoen, omdat ze dan minder energie vragen of niet over een lange afstand getransporteerd moeten worden. Profiteer daar dus van!
     
  • Niet alleen groenten en fruit zijn seizoensgebonden, ook vis en wild vlees zijn dat. Eet geen vis in het paarseizoen, maar wacht tot na de voortplanting. De website www.goedevis.nl zet je aardig op weg om een goede keuze te maken. Het wildseizoen valt samen met de herfst, omdat de populatie dan het grootst is. Voor vlees van gedomesticeerd vee is dat helaas niet langer het geval door de industrialisering van de veeteelt. De groeiperiode wordt steeds korter gehouden en men kweekt het hele jaar door. Zelf bewust minder vlees eten is dan de boodschap. 

3. Minder vlees

Image
Champignonwalnotenpaté
Champignonwalnotenpaté
Foto: Wout Hendrickx

Zowel voor je gezondheid als het milieu eet je vlees het best met mate. De vleesindustrie heeft een enorme impact op onze ecologische voetafdruk door het grote verbruik van water, ruimte en grondstoffen (veevoeder). De uitstoot van de broeikasgassen die hiermee samengaat, zorgt voor een toenemende opwarming van ons klimaat. De eiwitshift wil dat Vlaanderen tegen 2030 evolueert naar een eetpatroon dat bestaat uit 40% dierlijke en 60% plantaardige eiwitten (nu is het net andersom).  Een aantal tips om je daarbij te helpen:

  1. Peulvruchten zijn misschien wel de meest veelzijdige plantaardige eiwitbronnen die er bestaan. Naast eiwitten bevatten peulvruchten vezels, en heel wat vitamines en mineralen. En ze zijn heel betaalbaar. Reden genoeg dus om ze regelmatig een plek op je bord te geven. Verwerk ze tot de lekkerste burgers, in stoofpotjes of in salades. Laat je inspireren door onze gelijknamige aflevering van Keukenpraatjes en ga aan de slag met het spiekblad
     
  2. Ook de klassieke vleesvervangers tofoe, tempé en seitan verdienen een kans. Het zijn perfecte ‘smaakdragers’, dat wil zeggen dat ze zelf naar niet veel smaken, maar wel heel goed in staat zijn smaken op te slaan. Met andere woorden: jij bepaalt hun smaak. Ga dus aan de slag met specerijen en andere lekkere smaakmakers en ontdek zo jouw favoriete combinatie. Ook vleesvervangers stonden al in de kijker tijdens Keukenpraatjes. En jawel, er is ook een spiekblad. Proberen dus!
     
  3. Het is niet omdat je kiest voor veggie, dat je de smaak van je favoriete klassiekers hoeft te missen. Maak eens een vegetarische versie van je favoriete vleesgerecht. Denk maar aan vol-au-vent, waterzooi of balletjes in tomatensaus. Neem gerust het recept van je grootmoeder bij de hand en vervang het vlees door een vleesvervanger of door peulvruchten, of scoor een lekker recept op de website van EVA vzw
     
  4. Niet alleen een warme maaltijd gaat vaak gepaard met vlees, ook onze boterham is te vaak vleesrijk belegd met de zogenaamde ‘fijne vleeswaren’. Deze producten zijn niet alleen allesbehalve ecologisch, ze zijn ook schadelijk voor de gezondheid en worden dus afgeraden door de wereldgezondsorganisatie. Een heerlijk alternatief zijn groentespreads. Het hele jaar door kun je variëren met seizoensgroenten. Voeg plantaardige eiwitten toe voor een voedzaam beleg. Ook hiervoor kun je weer terecht bij Keukenpraatjes. Met het doe-het-zelfblad knutsel je zo je eigen spread in elkaar.
     
  5. Kaas is geen vlees, maar de ecologische voetafdruk van deze lekkernij is groter dan die van kip. Veel vegetariërs vervangen hun portie vlees gemakshalve door kaas en dat is eigenlijk geen goed idee. Kaas is een vetrijk product waar we ook voor onze gezondheid beter met mate van genieten. Bovendien is kwalitatieve kaas behoorlijk prijzig. Geniet dus van je blokje biologische kaas maar met mate. Behandel het voortaan als een stukje chocolade en geniet er écht van, als een fijnproever.

4. Geef de boer geld voor zijn waar

Het budget dat we aan voeding besteden wordt steeds kleiner. Een westers gezin besteedde in 1950 bijna de helft van zijn gezinsinkomen aan voeding, vandaag is dat 15 procent. Deze ontwikkeling heeft een nefast effect op het loon van de boeren die dit eten produceren. Zowel voor onze lokale boeren als voor boeren in het Zuiden is het vaak knokken om te overleven. Daarom is het van belang dat wij als consument bewuste keuzes maken om ervoor te zorgen dat de boer krijgt wat hij verdient voor zijn onmisbare werk. Met deze tips help je de boer vanop je bord.

Image
Ecozoekertjes
  1. Steun de boeren in het Zuiden door te kiezen voor producten met een fairtradelabel. Cacao- en koffiebonen en heel wat specerijen kunnen niet worden geteeld in ons klimaat. Toch kunnen we ze niet meer wegdenken uit ons bestaan. Veel van deze producten zijn helaas onderhevig aan oneerlijke handel, terwijl boeren en arbeiders in vaak onmenselijke omstandigheden voor een hongerloon werken. Door te kiezen voor producten met een fairtradelabel krijg je de garantie dat de arbeid achter het product eerlijk wordt vergoed en dat de omstandigheden waarin het werd gekweekt en verwerkt, voldoen aan de basisvereisten van menswaardig werk. 
     
  2. Lokale boeren steun je door te kiezen voor korte keten. Koop rechtstreeks bij de boer of via een lokaal initiatief zoals een boerenmarkt of een voedselcollectief. Door te kiezen voor korte keten kom je veel nauwer in contact met wat je eet. Daardoor groeit ook de liefde en het respect voor de oorsprong van wat op je bord terechtkomt. Ook voor kinderen is dit heel belangrijk. Ga dus zeker eens op bezoek bij een boer in je buurt!
     
  3. In 2001 ontstond in Engeland de eerste fairtradegemeente. Intussen zijn er ook in België en Nederland al heel wat. Deze gemeenten engageren zich om duurzame, lokale en eerlijke producten en initiatieven voorrang te geven. Kijk zeker eens of jouw gemeente al zo ver is. Je kunt zelf een voorbeeldrol vervullen door in je organisatie, bedrijf of school voor fair trade te kiezen. Dit kan zowel door voor lokale, biologische als fairtradeproducten te kiezen. 
     
  4. Kiezen voor de korte keten vraagt soms iets meer energie en tijd dan winkelen in de supermarkt. Voor mensen die minder mobiel zijn, is dit moeilijk. Maak daarom van deze keuze ook een sociaal verhaal door in de bres te springen voor mensen in je omgeving die niet tot bij een lokaal initiatief geraken. Door afspraken te maken met buren of vrienden, help je elkaar vooruit. Je kunt ook een beurtsysteem opstellen en afwisselend boodschappen doen, oogsten of ergens een pakket ophalen. 
     
  5. Het fairtradeverhaal stopt uiteraard niet bij onze voedingskeuzes. Ook voor andere aankopen is het een goed idee om te kiezen voor lokale, duurzame en eerlijke handel. Denk maar aan kledij, juwelen en cosmetica. Fairtradegemeenten en Oxfam wereldwinkels zetten ook deze producten regelmatig in de kijker. Zo is er de Fair Fashionweek en de jaarlijkse geschenkenbeurs van Oxfam Wereldwinkels.  

5. Maak het zelf

Nooit eerder was het zo gemakkelijk om ons te voeden. Supermarkten, broodjeszaken, fastfoodketens en restaurants zijn alom tegenwoordig en lijken wel een aanbod te hebben waar geen einde aan komt. Een doorsnee supermarkt verkoopt zo’n 1500 verschillende producten. Gevolg hiervan is dat de verleiding overal op de loer ligt. Combineer dat met een jachtig leefritme en een altijd overvol programma en de motivatie om elke dag een verse maaltijd op tafel te toveren valt nog ver te zoeken. En dat is jammer. Als je zelf kookt, weet je wat je eet. Bovendien is het duurzamer, gezonder, lekkerder en goedkoper. Met deze tips lukt het je zeker!

  1. Om aan de verleiding van bewerkte voeding te kunnen weerstaan, is het belangrijk om een arsenaal aan volwaardige basisproducten in huis te hebben waarmee je aan de slag kunt. Zorg voor een bewust gevulde voorraadkast. Zorg zeker voor een aantal soorten volle granen, peulvruchten, noten en smaakmakers. Vul dit elke week aan met een pakket verse seizoensgroenten en -fruit en je bent vertrokken. Hoe minder je in de supermarkt komt, hoe minder kans dat je te veel, overbodige of ongezonde dingen koopt. Maak dus van je voorraadkast je eigen privéwinkeltje vol gezonde en duurzame lekkernijen. 
     
  2. In de week weinig tijd om te koken? Bereid dan in het weekend alvast wat basisgerechten voor. Kook wat granen en peulvruchten, rooster of stoom wat groenten, maak een dressing en een soep, eventueel wat broodbeleg en een tussendoortje. Op die manier heb je een mooie voorsprong en kun je elke dag iets extra bij koken zonder dat je een hele maaltijd moet bereiden. Dorien Knockaert bedacht hiervoor de mooie term ‘kettingkoken’. De basisbereidingen kun je verwerken tot heel diverse gerechten, denk maar aan burgers van de peulvruchten, een quiche van geroosterde groenten, of nasi goreng met de gekookte granen. Zorg elke dag voor een eenvoudige verse rauwkostsalade. Die is snel klaar, voorziet je van extra vitamines en zorgt telkens weer voor variatie. 
     
  3. Een van de gemakkelijkste gerechten die je kunt maken op basis van het kettingkoken is de buddha bowl. Het principe is simpel: vul een kom met verschillende voedzame componenten tot je een volwaardige maaltijd hebt. Een portie granen, een portie peulvruchten, een portie (of meer) warme groenten, een portie rauwe groenten en een lekkere dressing. Werk af met wat geroosterde noten, pitten of zaden en wat verse kruiden. Je kunt de granen ook vervangen door pasta of aardappelen en de peulvruchten door een vleesvervanger zoals tofoe of seitan, een eitje of een stukje vlees of vis. 
     
  4. Je kunt het kettingkoken gerust combineren met een weekmenu, als dat je meer houvast geeft. De samenstelling van je weekmenu kun je aan het begin van de week al min of meer bepalen, maar je kunt het gerust ook wat intuïtiever aanpakken en elke dag improviseren met wat je hebt voorbereid en wat je nog in je koelkast, koele berging en voorraadkast vindt. Een handig hulpmiddeltje hierbij zijn onze templates: basisrecepten die je zelf invulling geeft met wat je in huis hebt. 
     
  5. Toch restjes aan het eind van de week? Of maak je graag eens een grotere portie klaar van een gerecht? Vries dan wat in. Je diepvries verbruikt het minst als hij volledig gevuld is. Benut hem dus ten volle. Burgers, stoofpotjes, een curry: het zijn heerlijke extra’s om in huis te hebben op een moment dat er een gat ontstaat in je kookketting. Op die manier kan er echt niets meer mislopen. 
Image
samen koken
Foto: Aikon Producties

6. Eten is om op te eten


Een derde van het voedsel wereldwijd gaat verloren. Dat is een schande. Niet alleen omdat er zoveel mensen honger lijden, maar ook omdat voedsel produceren heel veel grondstoffen en energie kost. Nochtans kan het makkelijk anders door bewuster om te gaan met wat we kopen, koken en eten. Met deze vijf tips zetten we je graag op weg.

  1. In de ecologische keuken zijn restjes cadeautjes die met plezier de aanleiding geven tot een nieuw gerecht. Zo wordt een restje rijst een kroketje, wordt een restje brood omgetoverd tot knapperige croutons en maken we van een restje gestoofde groenten een smeuïge spread. Restjes wakkeren onze creativiteit aan en veranderen ons zo in flexibele koks. Geen zin in creativiteit? Vul dan gewoon een wrap of hartige pannenkoek met je restjes of verwerk ze als vulling in een quiche of omelet. 
     
  2. Nog beter is het natuurlijk om te vermijden dat je restjes hebt. Dat kan bijvoorbeeld door niet te veel te kopen en te koken. Als we honger hebben zijn onze ogen groter dan onze buik. Plan dus je maaltijden realistisch in, zowel tijdens het winkelbezoek (winkel zeker niet als je honger hebt!) als tijdens het koken. Werken met een weekmenu en boodschappenlijstjes helpt.
     
  3. Zowat elk deel van seizoensgroenten is eetbaar. Werp dus loof, steel en schil niet langer weg maar maak er soep, pesto, spreads of chips van. Zijn je groenteresten wat verlept? Tover ze om tot een heerlijke groentebouillon. De lekkerste bouillon maak je door je groenteresten eerst even te roosteren in de oven met wat olijfolie, kruiden en peper en zout. Ook ui- en knoflookschillen mogen daarbij. Kook de geroosterde groenteresten nadien minstens een uur, maar liever nog langer, voor een bouillon met een volle diepe smaak. Gebruik meteen of vries of maak in voor later. 
     
  4. Enkel nog wat lukrake ingrediënten in huis en geen flauw idee wat je daarmee moet maken? Daag jezelf uit en improviseer door nieuwe combinaties te testen of een bekend recept waarvoor je de ingrediënten niet allemaal in huis hebt toch te maken met de ingrediënten die je wel hebt.  Wie weet vind je op die manier wel een nieuw toprecept uit. Onze improvisatiewijzer, templates en spiekbladeren zijn je handlangers in dit avontuur. Wil je graag ideeën opdoen en uitwisselen met andere culinaire avonturiers? In de Facebookgroep Keukenpraatjes ben je alvast heel welkom! 
     
  5. Ook fruit belandt al te vaak op de composthoop – in het beste geval. Denk maar aan die overrijpe peren, melige perziken, gekneusde frambozen of bruine bananen. Zonde want er zijn zoveel mogelijkheden om wat minder mooi fruit te verwerken. Verwerk ze bijvoorbeeld in een smoothie, chutney of compote. Of maak er een portie fruitleer van. Pureer het fruit en laat het inkoken. Smeer dit fruitmengsel uit op een blaadje bakpapier en laat het in de oven opstijven tot de lekkerste gezonde snoep. Je kunt restjes fruit ook invriezen in een bakje en er later een nicecream mee maken. Dat doe je door een flinke portie bevroren fruit met een scheut  room of melk (en eventueel een lepel notenpasta) in de blender te mixen tot het lekkerste softijs. 

7. Vermijd verpakking

 

Image
Seizoenstas
Velt-tas

Zee en land hebben te lijden onder de verstikkende invloed van onze verpakkingsdrang. Zelfs in onze voeding sluipen microplastics die zo ons lichaam binnendringen. Voeding verpakken doen we in de eerste plaats omwille van hygiënische en veiligheidsoverwegingen en het is niet altijd eenvoudig om een alternatief te vinden waarbij voedingsproducten optimaal kunnen worden bewaard. Toch ontstond de laatste jaren een sterke en vindingrijke verpakkingswerende beweging die zich volop inzet om de eindeloze stroom verpakkingsafval een halt toe te roepen. Hier alvast vijf tips waarmee jij ook meteen aan de slag kunt.

  1. Plastic zakjes zijn in de meeste voedingswinkels intussen gelukkig verdwenen. Toch blijven ze hier en daar opduiken, bijvoorbeeld op veel markten. Leer jezelf de gewoonte aan nooit zonder boodschappentas of groente- en fruitnetje inkopen te doen. Stop er standaard een aantal in je fietstas, boodschappenkratten of -karretje en stop ze na het uitladen meteen terug. Maak er voor jezelf een gewoonte van door even te volharden. Een opvouwbaar tasje in je handtas of jaszak is dan weer ideaal als noodoplossing voor een onverwacht winkelbezoek.
     
  2. Ook voor  verse voeding of afhaalmaaltijden kun je een herbruikbaar recipiënt gebruiken. Het is nog niet overal gangbaar, maar het is maar door consistent te zijn en te volharden dat het kan uitgroeien tot het nieuwe normaal. Neem dus voortaan wanneer je kunt een bakje, potje, bord, beker of thermos mee en laat die vullen bij je favoriete broodjeszaak, kaaswinkel of soepbar. 
     
  3. Verpakkingsvrije winkels kiezen dan weer honderd procent voor onverpakte voedings-, schoonmaak- en verzorgingsproducten. Je vindt er heel wat soorten droge voeding in bulk. Ideaal om je voorraadkast optimaal te vullen. Ook vloeibare producten zoals olijfolie, wijn en vaatwasmiddel zijn er verkrijgbaar. Investeer in stevig materiaal zoals weckpotten en bpa-vrije opbergdozen. Kijk snel of er een verpakkingsvrije winkel is in jouw buurt. 
     
  4. Vooral bewerkte voeding is moeilijk verpakkingsvrij te vinden. Meestal is deze soort voeding bovendien ongezond door toevoeging van kunstmatige additieven, zout, suiker, of vetstoffen. Ga de uitdaging aan om zo veel mogelijk bewerkte voeding te vervangen door zelfgemaakte alternatieven. Bak je eigen koekjes of cake, laat ongezonde borrelhapjes liggen en rooster zelf noten en pitten, maak groentechips en -dip. Ook mayo- of veganaise, barbecuesaus en ketchup zijn zoveel lekkerder als je ze zelf maakt.
     
  5. Laat aluminium- en plasticfolie links liggen en vervang ze door een wrap van bijenwasdoek. Koop een ovenschaal met deksel of dek je schalen af met een bakplaat. Maak papilottes in ecologisch bakpapier en koop siliconenvormpjes in plaats van aluminium of papieren vormpjes. Op de website van Mei plasticvrij vind je nog veel meer tips. Veel hangt af van je instelling als je je gedrag wilt veranderen. Focus daarom vooral op de voordelen en maak er voor jezelf een avontuur van om al die nieuwe methodes uit te testen. Zie het als een voorrecht dat er zoveel keuze is en wees trots voor elke stap die je zet.

8. Kies voor bio


Over de positieve impact van biologische voedingsproductie op ons milieu bestaan nog altijd de meest uiteenlopende meningen. Ook wetenschappers zijn het er nog niet over eens. De consument denkt dan weer vooral aan zijn eigen hachje: het hogere prijskaartje en de vraag of biologische voeding wel echt gezonder is dan klassieke teelt.

Ook al zijn er geen pasklare antwoorden en ligt de waarheid ongetwijfeld ergens in het midden, feit is dat een keuze voor biologische voeding veel verder gaat dan een keuze uit eigenbelang. Het is kiezen voor een landbouw- en productiemethode die respect voor mens én milieu op de eerste plaats zet. Kiezen voor biologische voeding doe je het liefst van al stapsgewijs en nooit te streng. De wereld heeft veel meer aan een heleboel mensen die hun best doen dan aan een kleine groep mensen die het perfect doet. Met deze vijf tips zet jij gemakkelijk een paar stappen in de goede richting.

  1. Biologische voeding herkennen is niet moeilijk. Bioproducten zijn altijd voorzien van een label. Je hebt nationale en Europese labels. In België is dat het stempeltje met BIOGARANTIE. Europa heeft een groen label met een 'slinger sterretjes'. Een label wordt pas toegekend als minstens 95% van de ingrediënten van biologische oorsprong is. Dat is dus best streng. Om dit label te bemachtigen moeten bedrijven hun beste beentje voorzetten. Er gebeuren regelmatig grondige controles. Je mag als consument dus echt vertrouwen op dat label.

    Image

    Biolabel

  2. Zoals hierboven vermeld, is een van de belangrijkste redenen voor consumenten om niet voor biologische voeding te kiezen de prijs. Nochtans is die prijs een stuk eerlijker dan de prijzen voor klassieke teelt. En duurt eerlijk niet het langst? Op die manier krijgen boeren en producenten wat ze verdienen voor hun arbeid en de investeringen die ze doen en gaan ze niet ten onder aan dumpprijzen. Bovendien heb je als consument ook zelf best wel wat in de hand. Door vaak te kiezen voor plantaardige, seizoensgebonden, onbewerkte basisproducten zoals groenten, fruit, granen en peulvruchten wordt het prijskaartje meteen een stuk lager. Maak dus zo veel mogelijk zelf. Daarnaast is het niet slecht om af en toe in eigen boezem te kijken en je af te vragen hoe het komt dat je nooit die zuinige bedenking maakt bij die prijzige cappuccino in je hippe koffiebar of dat peperdure outfitje dat al jaren in je kast hangt. 
     
  3. Een andere reden om al dan niet te kiezen voor bio is de vraag of biologische voeding gezonder is. Ook hierover is er heel wat discussie, maar eigenlijk is het vooral een kwestie van het juiste perspectief. Want wat heb je aan gezonde voeding als het productieproces vervuilt, uitput en energie vreet? Het is raadzaam om het hele plaatje te bekijken als je hierover een oordeel wilt vellen. De voedselproductie zoals ze nu draait, is een onhoudbare kaart als we het klimaat nog een beetje willen redden.

    Wat je wel kunt doen is elk jaar de ‘dirty dozen’ en de ‘clean thirteen’ checken. Dit zijn de meest en minst bespoten groenten en fruit uit de klassieke teelt. Je kunt dan selectief voor bio kiezen en vooral de dirty dozen mijden. Druiven, aardbeien, appels en aardappelen zijn sowieso meestal zwaar behandeld met pesticiden.
     
  4. Door te kiezen voor biologische eieren kies je meteen ook voor betere leefomstandigheden voor de kippen. Biokippen hebben voldoende binnen- en buitenruimte om te scharrelen en krijgen uitsluitend biologische voeding. Om er zeker van te zijn dat je een biologisch ei eet, kun je de code op de schaal checken. Die begint bij een bio-ei met 0. Alle eieren in de handel hebben verplicht een code. 
    1 = een ei van vrije uitloop: deze kippen hebben voldoende binnen- en buitenruimte 
    2 = een scharrelei:  deze kippen hebben voldoende ruimte, maar daarom geen buitenruimte
    3 = een kooi-ei: deze kippen zitten in een kooi.
     

    Image

    Kippen

  5. Kun je je stukje vlees of kaas niet missen? Kies dan zeker voor bio. Niet alleen weet je zo wat je eet, de dieren genieten ook van betere leefomstandigheden die hun soorteigen gedrag niet in de weg staan. Zo krijgen koeien veel meer tijd in de wei en worden hun kalfjes niet meteen na de geboorte weggenomen, kunnen varkens in de modder rollen en worden hun staarten niet afgebrand, en hebben vlees- en legkippen de ruimte die ze verdienen. Bovendien worden ze niet behandeld met antibiotica en niet kunstmatig vetgemest. Bio of niet, de veeteelt blijft een van de grootste belasters voor het milieu. Beschouw vlees en zuivel daarom voortaan als een delicatesse die je met respect en aandacht degusteert. Zo geniet je er pas echt van.

9. Varieer erop los


Wist je dat maar vier soorten planten verantwoordelijk zijn voor de helft van onze voedselvoorziening? Afhankelijk van waar ter wereld je leeft, maken aardappelen, tarwe, mais of rijst een te groot deel uit van je dagelijkse maaltijd. Door zo eenzijdig te eten, wordt niet alleen onze gezondheid bedreigd, ook ons landbouwsysteem wordt hier volledig door bepaald. Deze vier gewassen zijn immers verantwoordelijk voor massale monocultuur waarbij de aarde wordt uitgeput en heel veel water wordt verspild. Het grootste slachtoffer is onze biodiversiteit. Steeds meer nuttige gewassen verdwijnen en daarmee alles wat ermee samenhangt aan organisch leven. Tijd dus om te kiezen voor een gevarieerd bord. Want dat is niet alleen lekker en gezond, maar ook mooi. Met deze vijf tips ben je zo vertrokken.

  1. Je hoeft geen uitgebreide studie te maken van alle bestaande groentesoorten om er zeker van te zijn dat je voldoende varieert. Door te kiezen voor groenten in alle kleuren van de regenboog, varieer je vanzelf. Elke groentesoort heeft immers zijn unieke voedingswaarde. Veel kleur betekent dus veel verschillende soorten vitamines en mineralen. Niet alleen is de regenboog eten gezond, het is ook veel lekkerder. Want wie heeft er nu zin in een grote berg van dezelfde groente?
     
  2. Haal die vergeten groenten uit het vergeethoekje en gun ze een ereplaats. Bang voor schorseneren, koolraap en haverwortel? Nergens voor nodig! De reden waarom je je neus ophaalt, is omdat je ze nog niet goed genoeg kent of ze alleen kent in de platgekookte, smaakloze versie die je als kind op je bord kreeg. Wist je bijvoorbeeld dat je van schorseneren de lekkerste chips maakt? En dat koolraap heerlijk is in de wok? En wat dacht je van een quiche met haverwortel? Laat je dus niet langer afschrikken en denk voortaan out of the box. Neem dus het heft in handen en doe eens lekker zot.
     
  3. Bang dat je uren in de keuken moet doorbrengen om gevarieerd te kunnen eten? Omarm dan deze snelle variatieformule bij uitstek: de buddha bowl! Het principe is dat je kleine porties van verschillende soorten groenten, granen en eiwitten gaat combineren. Eén regel: houd het simpel. Twee soorten rauwe groente (geraspt, in stukjes of fijn gesneden),  twee soorten bereide groente (geroosterd, geblancheerd, gewokt), een handjevol quinoa, een handjevol gebakken kikkererwten en je bent klaar! Werk af met wat verse groene kruiden, wat geroosterde zaden of pitten en een dressing en je hebt een feestje in een kom. Nog te veel werk? Al deze deelgerechtjes zijn gemakkelijk voor te bereiden op een rustig moment. Rooster en blancheer al een portie groente en kook al een portie granen en peulvruchten in het weekend. Maak een dressing terwijl alles kookt en je geniet de hele week.

     

    Kind

    Foto: Wout Hendrickx
  4. Heel wat mensen eten twee broodmaaltijden op een dag, met vaak hetzelfde beleg. In Nederland en België ligt er dan ook veel te vaak (tarwe)brood, kaas en charcuterie op ons bord. Ook hier is variatie nodig. Varieer in brood- en dus graansoorten. Maak zelf heerlijke spreads op basis van seizoensgroenten. Velt helpt je daarbij graag op weg. Laat elke broodmaaltijd vergezeld gaan van een salade of een soep. Voor een warme maaltijd geldt dat de helft van je bord uit groenten moet bestaan. Voor een koude maaltijd is dat net zo goed het geval. 
     
  5. Leer je kinderen van jongs af te variëren door ze regelmatig nieuwe smaken te laten proeven. Kinderen zijn van nature fijnproevers. Daardoor kunnen ze sommige smaken als te intens ervaren, maar dat is geen reden om voortaan rode biet, pastinaak en warmoes van hun menu te schrappen. Geef je kinderen én jezelf de tijd en geef niet op met hen verschillende soorten bereidingen te laten proeven, ook al is dat vaak een serieuze test voor je uithoudingsvermogen.

    Start bijvoorbeeld met een wekelijkse proefdag waarop je nieuwe groenten en gerechten introduceert in de vorm van een klein leuk hapje. Vraag hen waarom ze sommige gerechten wel en niet lekker vinden. Beikes is geen antwoord. Slap, zuur, bitter zijn dat wel. Op die manier leren ze proeven. En laat ze tot slot zo veel mogelijk mee koken. Zelfgemaakt is meestal veel gemakkelijker bemind.
     

Sponsors

Ontvang de nieuwsbrief