Heerlijke pasta met schorseneren, knolselderij en wilde kruiden

Schil de knolselderij en snij in ruwe staven van ongeveer een centimeter dik. Schil de schorseneren, of boen ze zorgvuldig proper en laat de schil er lekker aan! Snijd de schorseneren in lange, schuine repen van +/- 0,5 cm dikte.

Plet en hak de look fijn.

Doe de schorseneren met de neutrale olie, het citroensap en de look in een brede kookpot, zet deze net onder met water of een lichte groentebouillon (liefst zonder zout).

Laat op een relatief hoog vuur garen onder deksel. Doe na +/- 15 min de knolselderij erbij. Doe indien nodig extra water in de kookpot.  De groenten moeten net niet onderstaan. Laat verder garen.

Rooster de zonnebloempitten in een droge pan, breek de walnoten en rooster deze ook, best apart.

Spoel de kruiden zorgvuldig. Rits waar nodig de blaadjes van de taaie takjes. Hak en snij de kruiden fijn.

Kook de pasta beetgaar in voldoende water. Giet af en spaar wat kookvocht.

Controleer of de groenten beetgaar zijn. 

Nu kan je beginnen aan de saus. Heb je nog voldoende kookvocht in je pot (+/- tot halverwege de groenten) dan mag de miso, citroenzeste, peper, notenolie en gehakte kruiden er ook bij. Indien nodig voeg je eerst nog wat warm kookvocht toe.    

Roer alles goed dooreen. Zwier nu ook de warme pasta erbij. De bedoeling is dat het geheel een kleverige saus wordt die rond je pasta en groenten plakt. Dus niet te nat, niet te droog. 

Breng indien nodig op smaak met zout, extra peper, citroensap of azijn en werk af met de geroosterde noten.