Van 1 november tot 3 december 13u was het de jaarlijkse samenaankoop biologische zaden van Velt.
Velt sprak met Lies Couckuyt, pionier in de teelt van biologische bloemenzaden.
Lies Couckuyt van Fleur-Couleur in Landegem is een van de eersten die in Vlaanderen een biologische bloemenboerderij opstartte. En daar is ze nu, zeven jaar later, nog altijd heel gelukkig mee. "Kunstmest en pesticiden zijn nergens voor nodig."
Duurzame landbouw
Lies is biologe van opleiding. Ze zat vroeger ook bij JNM, de jeugdbeweging voor natuur en milieu in Vlaanderen. Duurzaamheid heeft haar dus altijd geboeid. "Toen ik afstudeerde, wilde ik heel graag iets doen met duurzame landbouw", zegt ze. "Daarom ben ik bij een bioboerderij in Ternat gaan werken. Dat was echt mijn ding en het gaf me kriebels om zelf iets te beginnen en nog meer voor de sector te doen."
En dat deed Lies ook. Ze begon deeltijds voor Landwijzer vzw (educatief centrum voor de biologische landbouw) te werken – wat ze overigens nog altijd doet – en stampte tegelijkertijd groenteteeltbedrijf ‘De Groentelaar’ in Gooik mee uit de grond. "Voor mijn plezier zaaide ik toen bloemen in de buitenste bedden van het groenteveld. Daar maakte ik af en toe boeketjes van."
Voeding voor de ziel
"Het effect van zo'n boeket was wonderbaarlijk", gaat Lies verder. "Het toverde keer op keer een lach op het gezicht van de ontvanger. En hoewel ik aanvankelijk geen grond wilde innemen voor iets wat geen voedsel was, betekende het voor mij een ommekeer. Ik realiseerde me namelijk dat de mens behalve voeding voor het lichaam ook voeding voor de ziel nodig heeft. Dat gaf de doorslag om Fleur-Couleur op te starten. Bloemen zijn bovendien een grote stimulans voor de biodiversiteit."
En zo gebeurde het dat Lies in 2016 haar bedrijf oprichtte. "De sierteelt wereldwijd is echt een milieuvervuilende sector. Er worden ontzettend veel pesticiden gebruikt en de bloemen moeten vaak ook helemaal van Kenia of Ecuador overvliegen. Met Fleur-Couleur wilde ik een alternatief bieden."
Inspiratie
Toen Lies begon, ontstonden nog maar net de eerste paar andere biologische snijbloementeeltbedrijven in Vlaanderen. "Ik heb veel Engelse en Amerikaanse boeken doorbladerd, omdat er daar al langer mensen mee bezig waren die hun kennis konden doorgeven. Maar ik kon dus niet naar een Vlaams bedrijf gaan kijken om inspiratie op te doen."
Wel kende Lies alle principes van de biologische groenteteelt. Die heeft ze toegepast op de teelt van bloemen. "Grondbewerking en onkruidbeheersing zijn hetzelfde. We gebruiken geen kunstmest en pesticiden. Op die manier train je je planten om van zichzelf heel stevig te worden. Je ziet dat ook terug in de volgende generaties zaden. Die worden altijd maar sterker en weerbaarder tegen ziekten en plagen."
Verder bewerkt Lies haar bodem ‘niet-kerend’. Dat wil zeggen dat ze de grond niet omwoelt. "Zo houden we het bodemleven intact", zegt ze.
Spannend beroep
Of de teelt van biologische bloemzaden veel moeilijkheden met zich meebrengt? Dat valt volgens Lies best mee. "Je moet er, net als bij groenten, gewoon voor zorgen dat je veel verschillende soorten teelt. Monocultuur is risicovol, want dan bestaat de kans dat door een ziekte of plaag heel je oogst eraan gaat. Het is trouwens ook niet bevorderlijk voor de biodiversiteit."
Twee jaar geleden hadden we een heel nat jaar, wat niet optimaal was voor de zaden. "Sommige soorten konden we toen niet verkopen omdat hun kiemkracht niet hoog genoeg was." 2022 was dan weer een heel droog en zonnig jaar. "Dat was ideaal voor de zaadteelt. De zaden kregen veel zon, waardoor ze goed rijpten. Ook de bestuivers waren toen lekker actief."
2023 was zowel nat als droog. "Momenteel is het nog niet heel duidelijk wat dat voor de zaden betekent. We zijn ze nog volop aan het schonen en testen op hun kiemkracht. Als zadenteler ben je heel afhankelijk van het weer. Maar dat maakt het beroep ook spannend."
Vitale rassen en zorggasten
Behalve zaden telen, moet Lies de zaden ook ‘schonen’. Dat wil zeggen dat ze het kaf van het zaad moet scheiden. "Daarvoor zijn we lid van de vzw Vitale Rassen. Zij vermarkten onze zaden via hun webshop. Alle boerenvermeerderaars mogen we hun machines gebruiken om te schonen. Als je zaden oogst, zitten die vaak nog in een omhulsel. Met de hand krijg je die er niet altijd uit, maar met die machines wel."
Sommige zaden moet je daarna ook nog met de hand zeven. "Zadenteelt is heel arbeidsintensief. Daarom werken we samen met zorggasten. Dat zijn mensen die op onze boerderij als vrijwilliger komen werken, omdat de reguliere arbeidsmarkt voor hen (even) niet aan de orde is. Voor hen is dat een opstapje naar de arbeidsmarkt en wij vinden het superleuk om hen te betrekken bij onze werking."
Kennis uitwisselen
Lies is nog altijd heel blij dat ze de sprong gewaagd heeft. Ze is ook niet langer de enige in Vlaanderen. "Op dit moment zijn er ongeveer twintig biologisch gecertificeerde bloemenboerderijen", zegt ze. "En een heleboel pluktuinen."
De ervaring en kennis die Lies de voorbije zeven jaar opdeed, goot ze samen met de Nederlandse bloementeelster Monique van Wegen in een boek: Het grote ecologische pluktuinboek. "Het is een inspirerende en praktische handleiding om je eigen bloemenpluktuin te beginnen of uit te breiden, klein of groot, op je balkon of op een groter veld."
Meer info over Fleur-Couleur en over het boek vind je op www.fleur-couleur.be