
Madeliefje (Bellis perennis) is zeer algemeen voorkomende plant.
Waar groeit het?
Madeliefjes zijn te vinden op zonnige plekken tussen het gras, in bermen en op plekken met sterke betreding.
Pluk dit kruid (en gelijk welk ander wild kruid) niet in beschermde natuurgebieden of publieke bossen. En zelfs waar plukken mag, pluk je nooit meer dan een derde van de plantenpopulatie op een bepaalde plek.
Wanneer groeit en bloeit het?
Haar wetenschappelijke naam Bellis perennis betekent niets minder dan ‘mooi het hele jaar door’. Het madeliefje kan goed tegen de koude nachten in onze streken. Je vindt het dus al bloeiend het hele jaar door. Mei is hun lievelingsmaand want dan vind je ze overvloedig terug.
Hoe herken je het?
Het madeliefje is één van de best gekende planten in het gras. De spatelvormige behaarde bladeren zitten in een rozet en zijn meestal plat tegen de grond gedrukt. Uit het rozet ontspringt een bladloze stengel met aan het uiteinde één bloemhoofdje.
Het bloemhoofdje bestaat uit witte lintbloemen aan de buitenkant en gele buisbloemen in het hart van het bloemhoofdje.
Waarom is het nuttig?
Madeliefjes zijn geliefd bij heel wat beestjes. Zo genieten verschillende zweefvliegen met even lieflijke namen zoals het variabel elfje en de terrasjeskommazweefvlieg van het madeliefje.
Maar ook kleurrijke dagvlinders zoals het Landkaartje en het Hooibeestje smullen van het bloemetje. Daarnaast komen ook wilde bijen, honingbijen, kevers en wantsen op bezoek.
Alweer een bloem om te koesteren voor een levendige tuin.
Van de naam alleen al ga je glimlachen. Niks lieflijker dan het madeliefje. Wie heeft zich niet bezondigd aan het stiekeme gepluk onder het bezwerend opzeggen van de mantra ‘hij houdt wel van mij, hij houdt niet van mij,...’ in de hoop dat het laatste blaadje een rooskleurig vooruitzicht bood. Met voorzichtige vingers, bang om die tere stelen te breken, vlocht je als kind kransen en slingers voor het eindeloze feest dat de zomer was.
Maar dit prinsesje onder de bloemen is niet alleen leuk om mee te spelen, ze laat zich ook gewillig opeten en kan menig hart veroveren op een zoet of zout hapje. Met deze vijf tips benut je optimaal haar zachte schoonheid in de keuken.
- Niks makkelijker dan een salade, een toastje of een ijsje versieren met de bloemhoofdjes van het madeliefje. Veel smaak heeft deze schoonheid niet maar het oog wil ook wat en de zachte, neutrale textuur laat elke combinatie toe: zuur, zoet, zout of bitter. Het madeliefje past zich aan aan de wensen van het gastgerecht. Ook de wollige blaadjes kan je verwerken in een gerecht, alhoewel misschien niet iedereen die textuur aangenaam zal vinden.
- De bloemknoppen van het madeliefje kan je, net zoals de paardenbloem, dan weer verwerken tot kappertjes. Oogst de knopjes, doe ze in een glazen pot en giet er een mix van ⅔ kokende azijn, ⅓ kokend water, 1 theelepeltje suiker en een snuif zout over. Sluit de pot af en draai om. Je kan de potten gesloten in de koele berging of geopend in de koelkast minstens een jaar bewaren. Gebruik en degusteer als gewone kappertjes.
- De zoetebekken kunnen de bloemen dan weer versuikeren. Klop het wit van een ei op (je kunt ook aquafaba gebruiken als je het plantaardig wil houden) met bloemsuiker en kwast de bloemetjes daar goed mee in. Laat drogen op een vel bakpapier op een warm, droge plek. Bewaar in een doosje of glazen pot.
- Niks mooier op een zomers tuinfeest dan bloemenboter of -kaas. Pluk bloemen van verschillende kleuren zoals madeliefjes, wikke, bernagie, goudsbloem, witte en paarse dovenetel en meng ze met boter of zachte witte (geiten)kaas. Voeg eventueel ook wat bieslook of andere kruiden met een uitgesproken smaak toe als je daar zin in hebt.
- En om het feest helemaal af te maken, kan je ook bloemen- en kruidenijsblokjes maken! Vul de vakjes van je ijsvormpjes met water en verschillende bloemen en kruiden zoals citroenmelisse, citroenverbena en munt en plaats ze minstens vier uur in de diepvries. Je drankjes zullen ongetwijfeld klein en groot verleiden.