Je kunt (on)kruidgroei wieden, bijvoorbeeld met een hak of krabber. Hierdoor worden de bovengrondse en ondergrondse plantendelen uitgetrokken. Om ongewenste kruiden tussen voegen te verwijderen, bestaat er een speciale voegenkrabber die bestaat uit stalen nagels. Hiermee kun je rechtstaand het kruid van tussen de voegen krabben.
Een onkruidborstel dient om tussen voegen te borstelen. Hij bestaat uit staaldraad en is zeer smal: ideaal om kruid uit voegen te verwijderen.
Op halfopen en gesloten verhardingen kun je het onkruid wegmaaien met een motorzeis met een draadkop. Je kunt op vele motorzeisen ook een kleine borstelkop monteren waarmee je het kruid wegborstelt. Verwijder steeds de losgemaakte kruiden.
Door de verhitting zullen de celwanden van de bovengrondse plantendelen barsten waardoor de plant uitdroogt. Enkel het bovengrondse deel van de plant sterft af, de wortel blijft bestaan. Enkel door herhaaldelijk te branden, zal de plant uitputten en verdwijnen. Met heet water vernietig je eveneens ongewenste kruiden.
Door mechanische en thermische bestrijding haal je enkel het bovenste deel van de plant weg. Zaadonkruiden (pioniersplanten) groeien niet terug, zij zijn afgestorven. Bij thermische bestrijding verbranden door de hitte ook de gevallen zaden. Wortelonkruiden duiken wel weer op. De bovengrondse delen van de plant regelmatig weghalen put de plant uit. Door eerst te maaien en dan heet water te gebruiken vernietig je het onkruid tot in de wortel.